Loading: 0%

Gelijk in de dood, ongelijk in het leven. Deze website gaat over verhalen van afro amerikanen die meegeholpen hebben aan de bevrijding van Europa.

Ontdek de verhalen en ervaringen van zowel afro amerikanen als Nederlandse burgers aan het eind van de oorlog.

menu
03. Digischool

Omgaan met beeldbronnen vmbo

Opdracht

In deze opdracht gaan we oefenen met beeldbronnen, want deze bronnen komen altijd terug op een toets of in het eindexamen. Waarom is het van belang om hier aandacht aan te besteden? Het blijkt dat veel leerlingen moeite hebben om de afbeeldingen te begrijpen en er de boodschap uit te halen. Meestal komt dit doordat vergeten wordt de afbeelding te beschrijven. In deze opdracht gaan we eerst de afbeeldingen beschrijven: wat valt er te zien? Daarna analyseren we de bronnen aan de hand van drie deelvragen: op vorm, wat gebeurt er op de afbeelding en waarom is ze gemaakt. Tot slot volgt de interpretatie, waarin gekomen wordt tot antwoorden en conclusies. Maak dus eerst de beschrijving aan de hand van het stappenplan en beantwoord dan de overig vragen.

VMBO Stappenplan omgaan met beeldbronnen:

Stap 1: figuren en voorwerpen

1. Staat er een jaartal op de cartoon?

Dit helpt je bij het zoeken naar de historische gebeurtenis waarmee de tekening te maken heeft.

2. Welke figuren zie je? Wat of wie stellen ze voor?

Figuren op een cartoon zijn niet altijd wat ze lijken.

A. Iemand kan echt bestaan hebben, zoals Hitler of Stalin.
B. Iets of iemand kan ook symbolisch staan voor een land of groep mensen:

  • Uncle Sam staat voor de Verenigde Staten.
  • Russische beer staat voor Rusland of de Sovjet-Unie.
  • Chinese draak staat voor keizerrijk China of de Volksrepubliek China.

3. Welke voorwerpen zie je? Wat stellen ze voor?

A. Beschrijf het uiterlijk van de voorwerpen.
B. Let op symbolen en tekst op de afgebeelde voorwerpen en de symbolische betekenis van voorwerpen:

  • donkere lucht = dreiging
  • kruis of schedel = dood

C. Staan er namen in onderschrift en titels die terugkomen in de voorwerpen?
D. Maak onderscheid tussen voorwerpen die bijzaak zijn en voorwerpen die een boodschap vertellen.

4. Wat doen de figuren? Wie of wat is het slachtoffer?

A. De afgebeelde figuren doen altijd wel iets en als ze niets doen, dan is dat vaak opvallend:

- kijken de figuren elkaar aan, of zeggen ze iets tegen elkaar (in de afbeelding of ondertitel)?

B. Is de tekst van de titel, ondertitel of tekstvakjes neutraal, kritisch of spottend?

Stap 2: thema

Op welke gebeurtenis heeft de cartoon betrekking?

Gebruik het jaartal om de historische gebeurtenis te bepalen. Bedenk daarbij dat een cartoon niets anders is dan een kritisch/humoristisch/ironisch (spottend) stripverhaal van een historische gebeurtenis.

Stap 3: mening boodschap van de tekenaar

Vraag je af wat de mening van de tekenaar is over het afgebeelde thema. Denk daarbij aan de volgende zaken en ga er van uit, dat er altijd iets bespot wordt:

A. Zijn figuren negatief of positief afgebeeld? Vaak wordt ministens één figuur belachelijk gemaakt. Zijn alle figuren negatief afgebeeld, dan vindt de cartoonist waarschijnlijk de gebeurtenis bespottelijk.
B. Zijn de voorwerpen negatief, overdreven of positief afgebeeld?
C. Zijn de teksten (titel/ondertitel/tekstvakjes) kritisch, grappig of met complimentjes geschreven?
D. Gebruik al bekende achtergrondinformatie:

  • Wat is de nationaliteit of politieke voorkeur van het blad, waarin de cartoon staat? Stel je een politieke cartoon voor over Hitler uit 1942 geplaatst in een Engelse krant, dan weet je zeker dat de prent tegen Hitler is, omdat Engeland in oorlog was met Duitsland.
  • Staat de naam van de tekenaar aangegeven?
  • Weet je iets van de nationaliteit of politieke voorkeur van de tekenaar?

Voorbeeld: Albert Hahn was een sociaaldemocraat. Hij tekende vooral over slechte sociale omstandigheden en kwam op voor de arbeiders. Hij is dus tegen de fabrieksdirecteuren.

Stap 4: vergelijking - de cartoon als bron

Klopt de boodschap van de cartoon met wat jij van het onderwerp weet?
De tekenaar geeft zijn mening weer, maar in hoeverre houdt hij zich aan de feiten? Hoe gekleurd of propagandistisch is de spotprent eigenlijk?

Bron: C. Regtop en I. Veldhuis, ‘Loods je leerlingen door politieke cartoons. Met spotprentwijzer’, KLEIO (2005) 21.

Vraag 1. Beschrijf elke prent zo precies mogelijk met behulp van jouw stappenplan.

Bron1-3
Bron 1. Toelichting: Britse cartoon uit het tijdschrift Punch, 1856. Vertaling: The United States - a black business, betekent: de Verenigde staten zijn een zwarte aangelegenheid.

Gebruik bron 1

Vraag 2. Welke twee thema’s hielden het politieke debat in Amerika tientallen jaren voor de Amerikaanse burgeroorlog bezig? Beantwoord de volgende onderdelen:

  • Noem aan de hand van de bron een oorzaak van de Amerikaanse burgeroorlog.
  • Noem een andere oorzaak van onenigheid tussen Noord en Zuid (zonder bron).
Bron2
Bron 2. Toelichting: Spotprent uit 1874, Engelse tekst in de prent: ‘The Union as it was / This is a white man’s government / The Lost Cause. / Worse than slavery.’ Vertaling in het Nederlands: ‘De unie zoals ze was / Dit is een regering van blanken en voor blanken / De verloren zaak / Erger dan slavernij.’ Bron: Thomas Nast, Harper’s Weekly (1874), Library of Congress.

Gebruik bron 2

Vraag 3. Beantwoord de volgende onderdelen:

  • Welk begrip past bij deze bron?
  • Verklaar met behulp van een beeldelement uit de bron het onderschrift. Waarom is dit erger dan slavernij?
  • Welk standpunt neemt de tekenaar in? Leg je antwoord uit.
Bron3-2
Bron 3. Toelichting: Een cartoon uit Messenger, 1919, over ‘the new negro’. Vertaling onderschrift: ‘De nieuwe massa neger’ maakt Amerika veilig voor zichzelf. Vertalingen uit de prent: Giving the hun a dose of his own medicine, betekenis: geef de Duitsers / mof een koekje van eigen deeg. Tekstballon: since the government won’t stop mobviolence I’ll take a hand, betekenis: zolang de overheid niets onderneemt tegen straatgeweld / rassenrellen, dan zal ik maar het recht in handen nemen.

Gebruik bron 3

Vraag 4. African Americans vochten in beide wereldoorlogen mee in het Amerikaanse leger.

  • In welke legereenheden kwamen de meeste zwarte soldaten Tijdens de Tweede Wereldoorlog terecht?
  • Verklaar met welke achterliggende gedachte de meeste zwarte mannen zich vrijwillig aanmeldden voor het leger.
  • Licht met behulp van één beeldelement toe welk standpunt de maker van de beeldbron inneemt ten opzichte van gekleurde soldaten.
Bron4
Bron 4. Toelichting: De ‘begrafenis van Jim Crow’, gehouden in Detroit als onderdeel van de demonstratie Parade for Victory, 1944. Deze demonstratie werd georganiseerd door de NAACP, afdeling Detroit, in het noorden van de VS. Bron: website kingofreads.com.

Gebruik bron 4

Vraag 5. Leg met behulp van de beeldbron de volgende onderdelen uit:

  • Wat wordt er bedoeld met ‘Jim Crow’?
  • Waarom wordt er een begrafenis voor gehouden?

Licht toe waarom deze ‘begrafenis’ in 1944 kon plaatsvinden.

Bron-5
Bron 5. Toelichting: Cartoon gemaakt door John Fischetti in 1965. Het onderschrift luidt: Dear son, I’m proud that you’re defending the freedom we’re trying to get… Betekenis: Beste jongen, ik ben zo trots op je dat je de vrijheid verdedigt die we thuis proberen te krijgen.

Gebruik bron 5

Vraag 6. Het begrip vrijheid heeft twee betekenissen in de bron.

  • Leg uit welke twee situaties / problemen Fischetti met zijn prent wil aankaarten.
  • Welke president was ten tijde van de tekening in ambt?
  • Is het cynisme van Fischetti terecht als je kijkt naar wat deze president op beide terreinen heeft gedaan? Leg je antwoord uit voor beide terreinen.
Bron-6-2
Bron 6. Toelichting Minister van Buitenlandse Zaken Joseph Luns brengt Nieuw-Guinea in veiligheid voor de witte Pieten. Wie zijn de witte Pieten in deze prent van Opland? Cornelis van Dis van de Staatkundig Gereformeerde Partij (SGP), Piet Jongeling van het Gereformeerd Politiek Verbond (GPV), Nico Verlaan van de Boerenpartij (BP) en Evert Harmsen van de Groep Harmsen, een afsplitsing van de BP. Allemaal Kamerleden die tegen de overdracht van Nieuw-Guinea aan Indonesië waren. Oom Soebandrio is de Indonesische minister van Buitenlandse Zaken. Bron: Afbeelding van historiek.net en J. Bas, Kom maar binnen! Zwarte Piet in spotprenten, 1871-2017 (2017).

Gebruik bron 6

Vraag 7. In de politieke prent van tekenaar Opland brengt minister Luns van Buitenlandse Zaken Nieuw-Guinea in veiligheid.

  • Waarom wordt de minister van Buitenlandse Zaken, Luns, afgebeeld als Sinterklaas?
  • Waarom wordt door Opland Nieuw-Guinea afgebeeld als Zwarte Piet? Leg zijn boodschap uit.
  • Waarom worden Sint en Piet onder vuur genomen door witte Pieten? Leg ook uit waarom die wit zijn afgebeeld, want in die tijd bestonden toch nog geen witte of roetveegpieten?
  • Verklaar welke mening Opland heeft bij de overdracht van Nieuw-Guinea.
Bron-7-2
Bron 7. Toelichting Deze prent van Anone uit de Groene Amsterdammer uit 18 november 1998 verwijst Zwarte Piet naar het koloniaal verleden: ‘Zonder de koloniën waren jullie nergens.’ Bron: J. Bas, Kom maar binnen! Zwarte Piet in spotprenten, 1871-2017 (2017).

Gebruik bron 7

Vraag 8. In 2017 wonen er 300.000 Surinamers in Nederland. In de loop der jaren maakten steeds meer mensen van kleur in ons land duidelijk, dat ze moeite hebben met de figuur Zwarte Piet. De prent is gemaakt naar aanleiding van de publicatie Sinterklaasje kom maar binnen zonder knecht uit 1998, waaruit bleek dat in Suriname en ook in Nederland maar weinig Surinamers iets van het feest moesten hebben. Zwarte Piet leidde zelfs regelmatig tot doodsangst en negatieve ervaringen bij de jeugd.

Beantwoord de volgende onderdelen:

  • Laat de tekenaar Zwarte Piet en Sinterklaas met elkaar in discussie gaan? Leg je antwoord uit met behulp van een beeldelement.
  • Licht toe waarom veel Surinamers in de tijd dat Suriname nog een kolonie was en momenteel hier in Nederland, moeite hebben met het Sinterklaasfeest.
  • Wat is jouw mening over het Sinterklaasfeest? Wat mag hetzelfde blijven en wat moet anders? Gebruik altijd argumenten om je mening te onderbouwen.
  • Heb je je menig over het Sinterklaasfeest aangepast door deze digitale methode, of is jouw mening al enkele jaren geleden veranderd? Licht je standpunt met argumenten toe.

Vraag 9. (optioneel)

Zoek zelf een beeldbron op die past binnen de opdracht en analyseer deze met het stappenplan.

PWS-ideeën

Werken met spotprenten of cartoons is ook een mogelijkheid om met relatief weinig woorden een profielwerkstuk te schrijven. Je analyseert de beeldbronnen en schrijft bijvoorbeeld een verslag over een ontwikkeling: hoe is de beeldvorming van African Americans in spotprenten in de loop van 1860 tot 1960 veranderd in de Verenigde Staten? Je kunt er zelfs voor kiezen om enkel één tekenaar, één tijdschrijf of één krant te gebruiken in het onderzoek. Pas dan wel je onderzoeksvraag aan.

Wil je een onderwerp dat nauw aansluit bij een eindexamenonderwerp om jezelf nog beter op het eindexamen voor te bereiden? Het is dan mogelijk om aan de hand van verschillende gravures of prenten uit de Tachtigjarig Oorlog een of verschillende conclusies te trekken (Historische context De Republiek). Of je kunt spotprenten uit het Westen over de Sovjet Unie (of: uit het Oosten over het Westen) uit verschillende fasen uit de Koude Oorlog met elkaar te vergelijken (Historische context De Koude Oorlog).

Voor docenten! Zie hieronder de volledige werkvorm:

Downloads


Werkvorm-10.-Beeldbronnen