Loading: 0%

Gelijk in de dood, ongelijk in het leven. Deze website gaat over verhalen van afro amerikanen die meegeholpen hebben aan de bevrijding van Europa.

Ontdek de verhalen en ervaringen van zowel afro amerikanen als Nederlandse burgers aan het eind van de oorlog.

menu
01. Verhalen: Kind van een zwarte bevrijder

Wanda van der Kleij

Wanda Dera was niet de enige in Nieuwenhagen die uitbundig feestte in de weken die volgden op de bevrijding. De stemming was heel vrolijk vanaf het moment dat de Amerikaanse bevrijders in september 1944 in het dorp werden gestationeerd. Niet lang na hun aankomst werd Wanda hevig verliefd op Edward Brown, een zwarte Amerikaanse soldaat. Ze ontmoetten elkaar regelmatig in haar woning in de maanden die volgden. Op 7 februari 1945 trok Browns divisie verder, richting Duitsland.

Wanda en Edward namen afscheid, vermoedelijk voorgoed. Wat Wanda op dat moment nog niet wist, was dat ze zwanger was. Edward zal dat nooit hebben geweten, want de twee hebben daarna nooit meer contact gehad.

Toch werd Wanda geen alleenstaande moeder. Ze was namelijk al getrouwd. Samen met haar man, William van der Kleij, hadden ze een woning boven een slagerij in het dorp. In de bevrijdingstijd was William niet thuis. Mogelijk was hij in Duitsland tewerkgesteld. Dat is een gissing. Niemand die het nog kon navertellen toen Wanda junior (24 september 1945) deelnam aan het oral history-project ‘Kinderen van zwarte bevrijders’.

Herinneringen aan haar jeugd zijn voor Wanda jr. nog steeds niet prettig. Haar stiefvader mishandelde haar en schold haar regelmatig uit. Toen ze een tiener was, begon hij haar te misbruiken. Pas in 1985, toen hij van haar moeder ging scheiden, vertelde Van der Kleij haar dat ze ‘van een Amerikaan’ was. Wanneer Wanda formulieren moet invullen met gegevens over haar ouders, of vragen moet beantwoorden over erfelijke gegevens, antwoordt ze nog steeds dat ze dat niet weet, omdat ze een bevrijdingskind is.

De man van Wanda Dera kwam oorspronkelijk uit Den Haag. In 1943 werd hij hoogstwaarschijnlijk samen met andere Haagse jongemannen opgepakt bij een Duitse razzia en tewerkgesteld in de Limburgse mijnen. Zo moet hij in Nieuwenhagen zijn terechtgekomen. In september 1945 vertrok hij als beroepsmilitair naar Indonesië. Zijn vrouw Wanda was op dat moment hoogzwanger en drie weken later, op 24 september 1945, kwam haar liefdesbaby ter wereld. De vroedvrouw liet het kindje bij de burgerlijke stand inschrijven als Wanda, dochter van het echtpaar Van der Kleij-Dera. In ‘Indië’ wist Van der Kleij kennelijk van niets, getuige een brief aan zijn vrouw waarin hij schreef over ‘ons meisje’ dat hij snel hoopte te zien.

Dera is een Poolse achternaam. Wanda’s ouders ontvluchtten Polen in de Eerste Wereldoorlog en streken neer in Limburg. Wanda sr. was nummer elf van de twaalf kinderen in het mijnwerkersgezin.

Wanda-2_i2e

Pas toen de kleine Wanda twee was, keerde Van der Kleij terug uit Indonesië en zagen ze elkaar voor het eerst. Hij zag toen voor het eerst haar gekleurde huid en besefte dat hij niet haar verwekker was. Van der Kleij was bepaald niet blij met het kind. Vanaf het begin was hij bot en afwijzend tegenover het meisje en zou dat blijven. Hij heeft het zijn vrouw nooit vergeven, hoezeer die hem ook, volgens Wanda jr., op handen droeg.

In 1947 is het gezin Van der Kleij voor drie jaar naar ‘Indië’ vertrokken. In 1950 keerden ze terug en gingen wonen in Maastricht. Moeder was zwanger van hun eerste zoon. Er volgden later nog twee zonen, halfbroers van Wanda. Rond 1985 zijn de ouders gescheiden.

Een broer van moeder Wanda emigreerde naar de Verenigde Staten toen Wanda jong was. Later stelde hij zijn zus voor om Wanda te adopteren. Hij had maar een kind, een zoon. En ach, ze was immers Amerikaans. Wanda senior wilde daar niets van weten. In de familie was het trouwens verboden om over de afkomst van kleine Wanda te praten.

Op de lagere school daagde het bij Wanda jr. dat er iets raars aan de hand was, iets dat met haar huidskleur had te maken. Ze vroeg moeder hoe het kwam dat ze donkerder was dan haar broertjes, maar moeder liep zonder te antwoorden weg. ‘En per slot van rekening’, zei Wanda later, ‘zat er ook iets Pools in de familie’. Dat Van der Kleij niet haar vader was, wist ze toen nog niet. Herinneringen aan haar jeugd zijn niet prettig. Haar stiefvader mishandelde haar en schold haar regelmatig uit. Toen Wanda een tiener was, begon hij haar te misbruiken. Haar moeder moet iets gemerkt hebben, maar wilde het kennelijk niet zien. Wanda durfde het niet met haar moeder te bespreken, maar vertelde haar wel dat stiefvader haar regelmatig sloeg. Moeder negeerde de verhalen van haar dochter.

In 2001 is Hans Toonen, redacteur bij Dagblad De Limburger, op verzoek van Wanda samen met collega Fietje Quaedvlieg op zoek gegaan naar gegevens over Edward Brown voor de rubriek ‘Speurtocht naar vaders’. (...) In de editie van 20 juni 2001 schrijft hij: “Forrest Lothrop, schatbewaarder van een divisie die in Nieuwenhagen was gestationeerd, laat vanuit Sioux Falls in South Dakota weten, dat hij geen collega veteraan met de naam Edward Brown heeft kunnen opsporen.”

Een oud-buurvrouw van moeder Wanda herinnerde zich het embleem op de mouw van Edwards uniform nog precies: een bijl in een boomstam. Dat zou betekenen dat Brown taken vervulde in de 84th Infantry Division, beter bekend als de Railsplitters, ofwel de bielemannetjes van het Amerikaanse leger.

Je hoeft niet te leren, want een zwarte hoeft niets te kennen.

Van haar biologische vader weet Wanda verder maar heel weinig. Ze moet het doen met de woorden van de vrouw die in de bevrijdingstijd tegenover de slagerij woonde: ‘Je vader leek sprekend op jou, maar dan met snor. Frêle van postuur en niet erg donker.’

Een beroep leren, net zoals haar broertjes, was er in haar jeugd voor Wanda niet bij. Haar stiefvader zei: ‘Je hoeft niet te leren, want een zwarte hoeft niets te kennen.’ Ook toen keek moeder de andere kant op. Uiteindelijk mocht Wanda naar de huishoudschool. Daarna ging ze werken in de wijkzorg. Ze belde op een dag aan op het eerste adres waar ze na haar opleiding ging werken. Een vrouw deed de deur open, zag haar staan en zei hoogst verbaasd: ‘Een zwarte?!’, en gooide de deur voor Wanda’s neus dicht.

Toen Wanda trouwde vroeg haar schoonmoeder hoe het toch kwam dat zij zwart was, terwijl haar broertjes blond waren. Wanda’s reactie: ‘Geen idee.’ Op 10 oktober 1966 is haar dochter Birgitte geboren. Vele jaren later namen Wanda en haar dochter samen wat paperassen door. Ze vinden Wanda’s geboorteakte. Een vroedvrouw had de geboorte van Wanda aangegeven bij de burgerlijke stand. ‘Waar was opa?’ vroeg Birgitte. Wanda kon haar dochter dat niet vertellen. Ze wist immers niets?

De verhouding tussen Wanda jr. en haar moeder is altijd matig geweest. De sporadische keren dat Wanda iets durfde te vragen over haar biologische vader, kreeg ze nul op het rekest. Moeder reageerde bovendien merkwaardig toen kleindochter Birgitte, die samenwoonde met haar vriend, op een dag haar oma blij kwam vertellen dat ze een kindje verwachtte. Oma Wanda vond het een schande dat haar kleindochter ongehuwd moeder zou worden, terwijl ze zelf indertijd ‘een kind van een ander’ had gekregen. De relatie tussen Wanda en haar moeder was al niet best, maar was vanaf dan voorgoed verstoord. Wanda sr. overleed op 4 januari 2012.

Op een dag staat Wanda in Maastricht op de bus te wachten. Ze wordt aangesproken door een jonge vrouw, Maureen, en ze raken aan de praat. Maureen: ‘Ik kon het niet laten haar te vragen of ze soms ook van een zwarte Amerikaan was, zo veel leek ze op mijn moeder Rosy.’ Door Maureen heeft Wanda deelgenomen aan het oral history-project ‘Kinderen van zwarte bevrijders’. Rosy en Wanda zijn vriendinnen geworden. Ze noemen elkaar ‘zus’.

Wanda-3_res