Loading: 0%

Gelijk in de dood, ongelijk in het leven. Deze website gaat over verhalen van afro amerikanen die meegeholpen hebben aan de bevrijding van Europa.

Ontdek de verhalen en ervaringen van zowel afro amerikanen als Nederlandse burgers aan het eind van de oorlog.

menu
01. Verhalen: 1944 en 1945: Grafdelver tijdens de aanleg van de Amerikaanse begraafplaats / First Sergeant Quartermaster Company

Jefferson Wiggins

Jefferson Wiggins was 16 jaar toen hij in zijn woonplaats Dothan werd geronseld om met het Amerikaanse leger naar Europa te vertrekken.

Het boerengezin waarin hij opgroeide leefde op het land dat zijn vader pachtte van een rijke landeigenaar. Onderwijs genoot hij nauwelijks. De Ku Klux Klan maakte in de omgeving de dienst uit. Voor Jeff betekende het leger een ontsnapping, niet alleen aan een armoedig leven zonder enig perspectief, maar vooral aan het racisme dat hij niet langer meer wenste te verdragen.

Najaar 1944 werd de unit van de Quartermaster Corps (kwartiermakers), waarvan hij de Staff Sergeant was, naar Nederland gestuurd. Daar werkte Jefferson wekenlang, dag in dag uit, tot begin 1945 als grafdelver op de Amerikaanse Militaire begraafplaats die in Margraten werd aangelegd. Dat was direct nadat het meest zuidelijke deel van Nederland was bevrijd. Het Amerikaanse leger was in die tijd volledig gescheiden in Zwarte en witte troepen.

Na 65 jaar, september 2009, keerde hij voor het eerst terug naar Margraten en ontdekte toen dat nagenoeg niemand in Nederland weet had van de segregatie in het Amerikaanse leger dat hielp bij de bevrijding van ons land. Een segregatie die officieel werd afgeschaft in 1948. Zijn herinneringen aan de drie jaar in het gesegregeerde US Army zijn vastgelegd in het boek Van Alabama naar Margraten – herinneringen van grafdelver Jefferson Wiggins. Een bespreking over het boek is te vinden op de website van Dodenakkers.

036-afro-amerikanen-aan-het-werk-in-margraten-latere-QMSC_i2e

Toen het U.S. Army zich opmaakte om naar Europa te gaan om daar samen met andere geallieerde troepen te helpen bij de bevrijding, had het Amerikaanse leger heel wat soldaten nodig. Naast het oproepen van dienstplichtigen, werd er volop geronseld om een grote troepenmacht samen te stellen.

Voor vertrek naar Europa volgde Jeff militaire trainingen in onder meer Fort Benning. Hij vertrok van daar uit per trein naar de haven van New York om er te worden ingescheept, samen met duizenden anderen. Tijdens het wekenlange wachten op het moment dat zijn unit uiteindelijk aan boord kon gaan, hielp een vrijwilligster in de New York Public Library hem bij het verbeteren van zijn lezen en schrijven.

001-training-camp_i2e
Jefferson Wiggins - voorste rij en derde van rechts (1942)

Jeff was 18 en inmiddels staff sergeant van de 960th Quartermaster Service Company (QSC) toen hij na de onrustige zeereis van negen dagen voet aan wal zette in Schotland. Zijn unit werkte daar, samen met duizenden andere Afro-Amerikaanse soldaten, aan de voorbereiding van de grote invasie op het Europese vasteland, operatie Overlord, die startte op 6 juni 1944, D-day. Afro-Amerikaanse soldaten landden ook op de stranden van Normandië, al besteedden de Amerikaanse media daar destijds bewust geen aandacht aan. De Amerikaanse overheid achtte dat niet wenselijk. Na een vlak na de oorlog geschreven boek door Ulyses Lee 'The employment of negroe troops' duurde het tot begin jaren 90 voordat er in de VS uitgebreid onderzoek werd gedaan naar de deelname van Afro-Amerikaanse soldaten aan de bevrijding van Europa.

Tot 2019, bij de aandacht die de Nederlandse media besteedden aan de herdenking van 75 jaar D-day, kwamen African American Liberators nauwelijks in beeld. Dat was later dat jaar wel het geval op 31 augustus, tijdens de officiële, nationale start van de festiviteiten rond 75 jaar Vrijheid in Terneuzen. Zie pastor Matthew Southall Brown sr.

034-wiggins-painting-Korea_i2e
1950 in Korea

In januari 1945 waren de – witte- officieren die leiding gaven aan zijn unit van de ene dag op de andere onvindbaar. First sergeant Wiggins nam noodgedwongen de leiding over. Om die reden werd hij tijdens een bliksembezoek van generaal Patton aan de 960th QSC door hem persoonlijk benoemd tot Second Lieutenant. Wiggins was daardoor een van de eerste officieren van kleur in het Amerikaanse leger.

Officier Wiggins keerde op 25 januari 1946 terug naar de VS. Bij aankomst in New York werd hij op de kade hartelijk welkom geheten en gefeliciteerd door zwarte kameraden die hem, een van de eersten 'one of us', zagen met officiersemblemen. Niet veel later, op weg naar zijn familie in het zuiden, moest Wiggins vanaf Washington DC alweer plaatsnemen in het voor Afro-Amerikanen bestemde voorste deel in de trein, onder de rook van de locomotief. Ondanks zijn uniform en officiersrang. Duitse krijgsgevangenen in de VS kregen destijds betere plaatsen for whites in het openbaar vervoer dan Afro-Amerikanen.
In zijn woonplaats Dothan, ontving Wiggins na enige tijd het High School Diploma.

In 1950 werd hij als First Lieutenant opgeroepen voor actieve dienst en werd uitgezonden naar Korea (oorlog tegen Japan). Na terugkeer werkte hij voor de Veterans Administration in Alabama en was hij actief in de Burgerrechtenbeweging, met name in de strijd om stemrecht voor Afro-Amerikanen. Hij studeerde later politieke wetenschappen aan de Tennessee State University. Over de ervaringen die hij opdeed in de turbulente jaren 60 als directeur sociale dienstverlening aan een college in New Jersey, schreef hij het boek ‘White Cross, Black Crucifixion’. Hij ontving een eredoctoraat en werd in 2001 verkozen als Connecticut Multicultural Educator of the year.

Een tweede boek volgde in 2003, Another generation almost forgotten. De presentatie van dat boek vond plaats in het Pentagon. In 2007 ontving Wiggins de Meritorious Unit Commendation Award samen met de andere twee nog levende leden van de 960th QSC. In 2009 was hij de key-note spreker op de jaarlijkse diploma uitreiking op de Militaire Academie in West Point N.Y. In september 2009 keerde hij terug naar Margraten, voor de presentatie van het oral history project Akkers van Margraten ter gelegenheid van de 65ste verjaardag van de bevrijding van Zuid Limburg.

056-Dr-Wiggins-Danbury-High-005_i2e
We herkenden die stank, het was de geur van lijken
- Jeff Wiggins

Wiggins na 65 jaar terug naar Margraten

In 2008, vooruitlopend op de viering van 65 bevrijding, startte een landelijk project ‘Erfgoed van de oorlog – ooggetuigen verhalen’. De heemkunde organisatie van de gemeente Margraten, Samenwerkende Heemkunde Organisaties Margraten (SHOM), besloot aan het project deel te nemen. De intentie was vast te leggen wat het destijds voor de boeren in de regio had betekend, om van de ene dag op de andere hun vruchtbare akkers te zien veranderen in een gigantische oorlogsbegraafplaats.

Naast boeren en andere omwonenden, werden in de VS een aantal witte Amerikaanse veteranen geïnterviewd. De boeren vertelden hoe er destijds, dag in dag uit, honderden Afro-Amerikaanse soldaten als grafdelvers aan het werk waren geweest. Het lag voor de hand dat voor het oral history project ook grafdelvers geïnterviewd moesten worden. Al snel bleek dat die niet te traceren waren. De archieven in St. Louis waar personal records van Afro-Amerikaanse veteranen opgeslagen waren, gingen bij een grote brand op 12 juli 1973 grotendeels in vlammen op. In Nederlandse archieven was nauwelijks iets over hen te vinden. In het boek uit 1947 Kruisen in de wind door captain Shomon die vanaf het begin, eind 1944, de leiding had over de aanleg van de Amerikaanse begraafplaats, staan slechts een paar korte passages over de African Americans. Pas in 2010 hoorde Wiggins voor het eerst over dat boek. Nadat hij het gelezen had zei hij: “Alsof we alleen maar werkpaarden waren die alsmaar aan eten dachten”. Hij wist maar al te goed hoe er destijds over de Afro-Amerikaanse grafdelvers werd gepraat. Vervolgens zuchtte hij en zei: “That is how it was those days”.

016-Laab-en-Wiggins-2009_i2e
In september 2009 schudden voormalige grafdelver Wiggins en voormalig krijgsgevangene Fred Laab elkaar de hand. Laab was destijds een van de Duitse krijgsgevangen die een noodkapel bouwden tijdens de aanleg van de Amerikaanse begraafplaats.

Eind 2008 interviewden documentairemakers Eugenie Jansen en Albert Elings in de VS voor het oral history project enkele witte veteranen die destijds in Margraten hadden gewerkt. Ze bezochten ook archieven in een poging om alsnog grafdelvers van destijds te kunnen traceren en interviewen. Dat bleef zonder resultaat. In januari 2009, nadat ze waren teruggekeerd uit de VS, kwam via de website www.akkersvanmargraten.nl onverwacht een bericht binnen van Sherry Barbour uit Georgia. Ze schreef enthousiast hoe blij ze was met informatie in het Engels over Margraten. Ze was mantelzorger van een veteraan, Captain Solms, die daar in 1944 leiding had gegeven aan grafdelvers. Twee jaar eerder, in 2007, bleek Solms bij toeval voor het eerst sinds 1945, Jefferson Wiggins te hebben teruggezien tijdens een militaire ceremonie. De mannen wisselden telefoonnummers uit. Zo kwam in januari 2009 het contact met Dr. Wiggins tot stand. Al snel keerden de filmers terug naar de VS om hem te interviewen.

In september 2009 werden ter gelegenheid van 65 jaar bevrijding zowel de documentaire Akkers van Margraten als het boek Van boerenakker tot soldatenkerkhof gepresenteerd met daarin Wiggins verhaal over zijn tijd in Margraten. Wiggins was, samen met captain Solms, door de gemeente Margraten uitgenodigd daarbij aanwezig te zijn. Er was veel publiciteit over Wiggins Return to Margraten. Tijdens een lezing in Centre Ceramique in Maastricht, stond hij tegenover een bomvolle zaal.

Wiggins was onthutst toen hij merkte dat nagenoeg niemand onder al die aanwezigen en onder al de journalisten die hem interviewden weet had van de strikte rassenscheiding die destijds het Amerikaanse bevrijdingsleger in twee organisaties had opgedeeld. Hij achtte het zijn plicht ten opzichte van de circa 200 mannen van zijn voormalige unit, om zijn herinneringen aan de drie jaar die hij had doorgebracht in het gesegregeerde leger te delen. Die herinneringen zijn vastgelegd in het boek Van Alabama naar Margraten – herinneringen van grafdelver Jefferson Wiggins (Mieke Kirkels, 2014).

Jefferson Wiggins overleed op 9 januari 2013, nog voordat het boek af was. Met hulp van zijn weduwe Janice, kon het boek november 2014 worden gepresenteerd in de Statenzaal van het Provinciehuis in Maastricht. Janice Wiggins en kleinkinderen waren daarbij aanwezig.

Video waarin Wiggins kort iets verteld over de 'velden van Margraten'.

Wiggins-en-solms-in-rolstoel-foto-van_i2e

1970
Over de ervaringen die hij opdeed in de turbulente jaren 60 als directeur sociale dienstverlening aan een college in New Jersey, schreef hij het boek White Cross, Black Crucifixion.

2001
Wiggins ontving een eredoctoraat en werd verkozen als Connecticut Multicultural Educator of the year.

2003
Een tweede boek volgde: Another generation almost forgotten. De presentatie van dat boek vond plaats in het Pentagon.

2007
Wiggins ontving samen met de andere twee nog levende leden van de 960ste QSC unit de Meritious Unit Commendation Award.

60-Obama-Letter_i2e
Brief van Obama aan Wiggins

2009
Tijdens de jaarlijkse diploma uitreiking op de Militaire academie in West Point N.Y. is Wiggins de key-note spreker.

In hetzelfde jaar werd hij geïnterviewd voor het oral history project Akkers van Margraten. In september van dat jaar keerde hij voor het eerst, na 65 jaar, terug naar Nederland.

17-12-2019 BBC World News Janet Ball over vergeten bevrijders https://www.bbc.co.uk/programmes/w3csywyh.

Jeff-en-Mieke-Cadieren-Keer-2009-foto-Jody-Gemmel_i2e
Jefferson Wiggins en Mieke Kirkels in Cadier en Keer (foto Jody Gemmell)
play

Dank

Zonder Jefferson Wiggins was een deel van de bevrijdingsgeschiedenis van ons land onbekend gebleven. Zonder hem hadden de Kinderen van zwarte bevrijders hun verzwegen geschiedenis niet kunnen vertellen.